zaterdag 23 juli 2011

Het warme bad dat Lowlands heet


Vorig jaar ging ik, als volleerd festivalbezoeker, zonder een enkele verwachting weer eens naar Lowlands. Het programma was me niet bekend, ik had nog snel een uur van tevoren mijn tas gepakt en verwachte dat het mogelijkerwijs drie á vier dagen plaatselijk zou gaan regenen boven Biddinghuizen. Wist ik veel dat ik de leukste paar dagen sinds tijden tegemoet zou gaan.

Terugkomen op het festivalterrein van Lowlands is als in een warm bad stappen. Dat klinkt cliché, maar als je net zoals ik de erbarmelijke sanitaire omstandigheden van het Hongaarse Sziget kent, maakt je hart bijna een sprongetje bij het zien van de grote toilet- en doucheblokken op iedere camping. Ook kent het terrein de oer-Hollandsche afstanden: je hoeft nooit meer dan vijfhonderd meter te lopen om ergens te komen. Dat was op een festival als Werchter wel anders: daar was de laatste camping gevoelsmatig dertig kilometer van het festivalterrein verwijderd. Maar wat mij vooral weer geruststelde is dat de mentaliteit van het festival niet veranderd was.

Ik noem mezelf geen misantroop, maar ik ben vrij sceptisch over hoe mensen tegen andere doen. Op gratis festivals is soms de spanning te snijden als je ook maar één iemand verkeerd aankijkt, je een flauw grapje maakt ten koste van iemand anders of per ongeluk iemand aanstoot omdat je staat te dansen op je favoriete band. Ik dacht dat dit agressieve toontje tegenwoordig wel de regel zou zijn, maar Lowlands 2010 toonde mij telkens weer het tegendeel: op een festival is het niet altijd knokken! Ondanks de grote diversiteit (excuses voor de labels: skaters, hippies, ouderen, trancenichten, metalheads, rockabillies, hipsters, teknolovers, emo’s, kinderen, Sjonnies en Anita’s) heb ik geen enkele vorm van agressie of hatelijkheid mogen aanschouwen. Wat een verfrissing! Een festival waarbij ik niet op mijn hoede hoef te zijn naar wie ik kijk!

Wat voor mij Lowlands ook weer aantrekkelijk maakt is dat de programmering het verschil maakt. Ik hoef namelijk niet voor de vijfde keer die ene grote superband te zien. Ik wordt iedere keer weer dolgelukkig van het feit dat er bands op het podium staan die niet al verwoest zijn door management en TMF. Ik doe spontaan diverse (thans onaanschouwbare, want superlelijke) vreugdedansjes als ik onvoorbereid een van de tenten inwandel en verrast wordt met iets wat ik nog niet ken maar wat verdorie heerlijk klinkt. Dat ik een half jaar later op mijn kamertje zit en per ongeluk een liedje op de radio hoor wat van dat bandje is en weer kan terug kan denken aan dat moment dat ik dus uit gelukzaligheid de horlepiep deed.

Het mooiste van alles waren de mensen die ik telkens weer tegenkwam vóór hun tent. Bezoekers die geen enkele drang voelen om naar het festivalterrein te lopen omdat ze het bij hun tent al genoeg vermaak konden vinden. Mensen die, compleet uitgerust met tuinmeubelen, zaten te genieten van iedereen die langs kwam. Mensen die enkel en alleen voor de sfeer bereid waren om een kaartje te kopen. Sinds vorig jaar snap ik dat. Lowlands een warm bad noemen is naar mijn idee misschien een understatement. Je zou het beter een soort van Sauna Resort kunnen noemen, waarbij de massage gratis is in de vorm van lieve, grappige en gezellige mensen die net zoals ik komen om te genieten van alles wat het festival te bieden heeft: een paar dagen weg van de grijze, soms onaangename maatschappij waarvan wij allen deel uitmaken. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten